Een jongere, frisse vis heeft zich in de vijver geworpen.
‘Er is geen reden tot jaloezie,’ zegt hij bij de aankondiging dat hij een nieuwe collega heeft. Dat ben ik ook niet.
Ik heb gekookt. Goudbrasem met garnalen. Hij schenkt de wijn uit, een Vignoble Réveille White Spirit 2017.
‘Ze is mijn type niet,’ zegt hij en heft vervolgens zijn glas om een toost uit te brengen op onze huwelijksverjaardag.
Nu was ik het wel. Jaloers.
Ik was zijn type ook niet toen we elkaar voor de eerste kusten.
We drinken van onze glazen.
‘Ik las op Wikipedia dat een goudbrasem maximaal elf jaar oud kan worden,’ zeg ik. Ik was dit banale gegeven tegengekomen bij het zoeken naar een recept.
‘Dat is lang.’
‘Ja,’ zeg ik. ‘Zou deze elf jaar oud zijn?’
Hij neemt een hap en smakt een paar keer. ‘Hij proeft jong.’
We toosten opnieuw.
‘Op nog eens elf jaar,’ zegt hij met een brede lach. Ik zie hoe de gekauwde vis uiteengereten ligt in zijn mond, enkel een garnaal heeft het schransen overleefd. Nog voor ik iets kan zeggen, spoelt hij alles door met een slok wijn.
Ik glimlach.
Ik moet op zoek naar een andere vijver.