Dag 5

Vallen muggen ook veganisten aan-

 

Lieve Michel,

De afgelopen nachten teisterden muggen onze slaapkamer. Tijdens de zoveelste mug die het nodig vond om rond mijn oren te zoemen en waarop ik mezelf eerst een paar klappen uitdeelde uit een vorm van luiheid, tot ik besefte dat ik mezelf meer bont en blauw sloeg dan de mug, knipte ik mijn Iphonelampje aan, pakte de opgerolde reclamefolder die standaard naast ons bed ligt, en speurde de witte muren af om dan met de concentratie van een sluipschutter ze dood te meppen tot het bloed eruit spatte. (Wie onze slaapkamer binnen stapt, kan tellen hoeveel muggen onze nachtrust verstoorde.) Bij de derde mug die nacht, en een oeverloos gevloek van J. en ik bij gebrek aan zuurstof (we hadden al alle mogelijke ramen gesloten), vroeg ik me dus plotseling af:

Wat zou Michel Vandenbossche doen?

Slaap jij consequent onder een muggennet om niet in conflict te moeten komen met je eigen principes? Ben jij bereidt om je bloed te doneren met de risico’s op een ziekte? Tolereer jij de jeuk? Spuit je elke avond een wolk antimuggenspray over je heen? Vallen muggen geen veganisten aan uit dankbaarheid? Of laat je je vrouw de onethische klus klaren om altijd op zulke vragen met een gerust geweten te kunnen antwoorden dat jij niet de muggen doodmept?

Michel, als jij de klus aan je vrouw doorgeeft, zou ik teleurgesteld zijn. Jij als veganist en dierenrechtenactivist bent de ultieme feminist. Onlangs stond ik hier pas bij stil toen ik in de koopjesbak in de Fnac het boek ‘The Sexual Politics of Meat’ van Carol J. Adams kocht. Een boek uit 1990 dat gaat over de relatie tussen misogynie en de obsessie met vlees en mannelijkheid. De ironie is eigenlijk dat J. het boek voor me gevonden had, en daar nu wel spijt over zou kunnen krijgen.

Je moet weten, J. kan niet leven zonder tijdig een stuk vlees te verorberen. Zijn favoriet: Paardensteak bij de Kuijper in Vilvoorde.  Nog meer is dat hij na elke bezoek zijn mannelijkheid wil bewijzen. In de Kuyper eten wij nooit een dessert, dat doen we thuis. J. is een macho.

Twee bladzijden ver in het boek en ik lees:

“The Sexual politics of meat is also the assumption that men need meat, have the right to meat, and that meat eating is a male activity associated with virility.”

Nu ik heb beslist om op termijn veganist te worden, want ik streef naar perfectie ook in het feminisme.  In het boek ‘De Vrolijke feminist’ zegt Joris Van Den Berg het al in zijn inleiding:

“Feminisme zonder veganisme een moreel falen is.”

Zoals hij verder uitlegt dat het patriarchaat niet alleen de oorzaak is van de onderdukking van de vrouw, maar ook uitbuiting en verwoesting van de natuur en dieren.

Trump die de klimaatsverandering als fake news beschouwt, en enkel doorbakken steak met ketchup lust, daar denk ik nu aan.

In mijn virtuele vriendenkring zit er ook een mannelijke schepen van dierenwelzijn die uiteraard trots is op de lokale projecten die gerealiseerd zijn zoals het redden van legkippen, een speelvijver voor honden, het asiel een hart onder de riem steken en tussendoor is hij ook trots op de dikke steak die op zijn barbecue ligt, de kreeftjes en worstjes op zijn bord met ondertitels als ‘njam njam’…

Michel, ik wil het proberen om veganist te worden. Stap voor stap. De lactose is al een tijdje verbannen (buiten de Parmesaan op de pasta… dat wordt een harde dobber).

Zelfs Le Suisse (de beste broodjesbar in Brussel) geeft me het nodige duwtje in de rug door mijn favoriete broodje te schrappen: Grijze garnalen met Cresson en tomaat. De garnalen zijn te duur geworden.

J. ziet de nieuwe voedselketen die op hem afkomt niet zitten. Ik ga hem niet dwingen, en heb voorgesteld dat degene die kookt beslist wat de pot schaft. Ik kan me niet herinneren wanneer J. de laatste keer achter de kookpotten heeft gestaan, ik voorspel veel restaurantbezoeken in de toekomst. Of zal hij eindelijk een kookboek openslaan? En op die manier bewijst veganisme dat het ook emancipatie in de hand werkt.

In dezelfde koopjesbak vond ik het boek ‘De Tijdmachine’ van H.G. Wells. Dit boek, geschreven in 1895, is het verslag van een tijdreiziger die naar het jaar 802.700 reist en in contact komt met het volkje Eloi dat volledig plantaardig eet.

Wou de koopjesbak me iets vertellen?

Liefs, Jane

Dag 3

ik wil naar donald

Lieve Donald,

J. heeft de serie ‘I Love Dick’ voor me gevonden. 8 afleveringen, 30 minuten lang en op 3 avonden verslonden (J. vindt me een bingewatcher, ik vind dat hij het concept bingewatchen verwart met het dagelijks kijkpatroon van de gemiddelde Belg).

Ik ben fan!

Zoals de New York Times schreef over de serie: “art TV about artists, a love triangle as Conceptual performance.” Beter kan ik het niet verwoorden.

In het boek zit Chris Krauss in Pasadena en New York, hier zit iedereen in Marfa, Texas! Euforisch werd ik bij de eerste beelden. Marfa is de plaats waar J. en ik drie jaar geleden ons hart verloren. In de woestijn in het westen van Texas op twee uur rijden van de dichtstbijzijnde luchthaven (El Paso) ligt dit klein kunstparadijs.

Marfa is een uitgestrekte leegte gevuld met schoonheid, foodtrucks, een organische supermarkt The Get Go, hippe hotels, Margaritas, een eigen radiostation (Radio Marfa), een filmfestival, en een klimaat waar ik zou aarden als een buxus in Vlaanderen. Bovenal is hier veel kunst te bewonderen. Marfa is de bubbel waarin ik zou kunnen leven, weg van een voetbalminnend publiek, wielerterroristen, eurocraten in foute pakken, corrupte politici en een stadscentra met apocalyptische neigingen.

In de serie is Dick (dus Kevin Bacon) een beeldend kunstenaar met cowboy allures die een stichting heeft met residentieprogramma’s voor kunstenaars waar Sylvère (Chris Krauss echtgenoot) aan deelneemt. Wie Marfa kent, weet dat dit een verwijzing is naar Donald Judd en de Chinati foundation dat hij in de jaren 70 oprichtte om zijn eigen monumentale werken te plaatsen, en die van zijn vrienden zoals Dan Flavin (fan!), John Chamberlain, Claes Oldenburg en Coosje van Brugghen, …

Donald Judd is mijn favoriete kunstenaar (J. niet meegerekend), sinds mijn zeventiende dankzij een eindwerk voor kunstgeschiedenis. Tijdens een bezoek aan het museum in Brussel, zoog het werk, 10 rechthoekige elementen met rood plexiglas boven elkaar geplaatst, van hem mij helemaal op.  De eerste keer dat kunst me redde van een onvoldoende.

In Marfa heeft Donald grote magazijnen gebouwd om zijn installatie met 100 aluminium werken te kunnen onderbrengen, buiten staan nog eens enorme stenen constructies. Minimal art, heet dat en het ruimt de chaos op. Smijt het overbodige overboord, het is wat het is en ik hou ervan.

Ik hunker op een bijna melodramatische wijze naar die plek, zo moet dus een lange-afstandsrelatie voelen, een verlangen dat op de proef wordt gesteld door de herinneringen die er zijn, maar vooral gemaakt moeten worden en de tijd die genadeloos verder tikt.

Het boek is gelezen, de serie gezien, de boekhandel was mijn redding. Voor de fans van I love Dick stond er op de cover. Dus kocht ik ‘Chelsea Girls’ van Eileen Myles. Momenteel wil ik me onderdompelen in feministische essays, memoires en rock ’n roll fictie over kunst, muziek en de jaren negentig (fashion was toen ook minimal).

J. had een verrassing voor me, een mail waarin stond dat hij een residentie heeft, volgend jaar in Houston, Texas … Ongeveer 8 uur roadtrippen door het onmetelijk landschap langs buffels, ranches, Spaanse missieposten en de Mexicaanse grens tot aan aan Prada Marfa van Elmgreen & Dragset.

Liefs, Jane

Dag 2

midlifecrisis

Lief dagboek (Kevin klinkt inspiratieloos)

Ik wil het nog over mijn verjaardag hebben (40 worden vraagt tijd). Och, het is maar een getal, zeg je, maar het is een hard lelijk getal dat al van mijlenver (in mijn geval sinds nieuwjaar) zijn aandacht vraagt, me uitlacht, roept en tiert dat het eraan komt, ondertussen haast ik me om mijn verwachte doelen te bereiken (boek moet klaar zijn, meer geld binnen dan buiten laten rollen,…).

Ik moet je niet vertellen dat het grandioos mislukt is, een diepe crisis overmeesterde me zo intens dat ik besloten had om mijn verjaardag uit te schakelen op Facebook. Het meest onthutsende is dat de mensen die je verjaardag herinneren zonder een FB-waarschuwing, op één hand te tellen zijn (mijn ouders en J. niet meegerekend).

De crisis (Is dit een midlifecrisis? Ik had niet de neiging om nieuwe borsten te kopen uit geldgebrek en veranderen van lief was niet nodig, mijn crisis was niet J. zijn fout) kreeg zijn hoogtepunt op de eerste dag van onze vakantie toen ik te horen kreeg dat mijn idee voor een nieuw verhaal werd afgewezen (het gaat over feministen, dat vonden ze geen relevant onderwerp, ik kom hier later op terug, wanneer het project concreter is). Bovendien las ik op FB anderen die het wel kregen. Die anderen lezen geen boeken, hebben nog nooit twee volzinnen achter elkaar geschreven en krijgen subsidies om dat nu wel te doen.

Vandaag zag ik een post verschijnen van een 20-jarige debutante. Waarom krijgen die twintigers overal vier sterren, worden ze uitgenodigd in banale tv-shows ongeacht of hun boek interessant is of niet? Wat heeft een twintiger te vertellen dat vier sterren waard is? En wat zijn die sterren nog waard? Recensent Mark Cloostermans verwoordde dit mooi in een artikel: “Als we *(debutante van in de 20)* vijf sterren geven wat is James Joyce dan waard?”

In interviews hoor ik ze (de 20’ers) praten over hun “volle rugzak” (van clichés gesproken) terwijl het groen nog achter hun oren druipt. Op zo’n momenten rol ik met mijn ogen als een puber. En dan denk ik, Jane, je bent feministe, gun die jonge vrouwen hun 15 minutes of fame, die van jou komen ook nog.

Maar we zijn de weg kwijt, dagboek. Alles moet entertainen zonder over iets te gaan, vragen mogen niet gesteld worden, wie kritisch is gunt het licht niet in de ander zijn ogen. Lief dagboek, als geen ander weet jij (of nog niet, we kennen elkaar pas) dat ik iedereen succes wens, zelfs die twintigers die het eigenlijk allemaal al lijken te bezitten. Waar dromen zij nog van? Gaan ze ook een crisis hebben binnen dertien jaar wanneer ze de vier achter de hoek zien verschijnen?

Sinds ik 40 ben, haat ik de 20’ers hun zelfverzekerheid, hun ondernemingszin, hun efficiëntie van tijd, alsof ze alles op orde hebben nog voor het moet beginnen. Waar ben ik al die aspecten verloren onderweg?  Waarschijnlijk overdrijf ik, ik had een lastige schrijfdag. Mijn personage was even kwijt wat ze daar stond te doen, wat ze nu eigenlijk met het hele voorafgaande ging aanvangen en ik vroeg me af of het wel ergens over ging die 70.000 woorden die ik al had geschreven. De twijfel sloeg toe.

J. vindt dat ik mezelf zo niet moet kwellen met het lezen van recensies en interviews van twintigjarige debutanten. Ik kan er niets aan doen aan die zelfkwelling, het stuwt me verder, want ik wil goed zijn.

Liefs, Jane

 

 

Dag 1

I LOVE KEVIN

Lief dagboek (voorlopig noem ik je zo),

Vandaag ben ik 40 geworden. Het perfecte moment om helemaal opnieuw te beginnen. Bij elke nieuwe start hoort een dagboek, in jouw geval een blog, het dagboek van de 21e eeuw waar sloten overbodig zijn en avatars welkom, hoe meer lezers hoe meer vreugd. Ik liet me inspireren door het boek ‘I Love Dick’ van Chris Kraus, dat ik de afgelopen dagen op een strand in een Italiaanse baai heb verslonden. Volgens de achterflap wordt het beschouwd als het belangrijkste feministische boek van de afgelopen twintig jaar.

Ik ga hier geen recensie schrijven over het boek, je bent uiteindelijk mijn dagboek en geen linkse culturele blog. We zitten in de jaren 90 wanneer Chris, filmmaker en artieste, ook 40 wordt en samenwoont met de literaire criticus Sylvère die zich graag in academische kringen begeeft. Het boek zweeft tussen een brievenroman en essays over kunst en literatuur die ze richt aan Dick, de (kunst)criticus waarmee ze dolgraag seks wil hebben, Dick is haar obsessie (en in mijn ogen een seksist).

Ik begrijp Chris. Net als haar voel ik me geen intellectueel, vertoef ik graag tussen de boeken, maak ik films (of daar streef ik naar. Mijn filmcarrière staat in zijn kinderschoenen. Tenslotte ben ik net 40, nog een half leven voor me, voldoende voor een nieuwe carrière – mijn eerste is redelijk onduidelijk). En net als Chris, leef ik meer dan een decennia lang samen met de kunstenaar J., mijn vriend  (Kan je iemand waarmee je geen huwelijkscontract hebt, en toch al meer dan een vierde van je leven seks mee hebt, je echtgenoot noemen?) J. begeeft zich naast de kunstwereld ook in academische kringen (hij is er zelfs lid van) en hij is kritisch (niet alleen op kunst ook op mijn kookkunsten, mijn kapsel, kleding, …)

Chris verkeert in een crisis, haar film kost teveel waardoor hij voorlopig on hold staat, zij en Sylvère hebben geen seks meer en iedereen ziet haar als de ‘plus-one’ van Sylvère. Laat me duidelijk zijn dat ik me hiermee niet verwant voel, misschien dat laatste een beetje. Mensen praten met mij meer over J. dan over mijn werk (nu goed momenteel valt er weinig over mijn werk te zeggen).

Het is lang geleden dat een boek me nog op deze manier geïnspireerd heeft, de laatste keer dat het gebeurde was ik 8 jaar oud en het boek was ‘Deesje’ van Joke Van Leeuwen Daardoor ben ik gaan schrijven (had ik je al gezegd dat ik ook boeken schrijf? Of laat ik zeggen, de laatste dateert van… nu ja dat is niet belangrijk).

Ik heb vandaag ontdekt dat Amazon een serie heeft gefilmd op basis van het boek ‘I love Dick’ met Kevin Bacon als Dick.

Moet ik je een naam geven, lief dagboek? Mijn dagboeken met hangslot en verborgen sleutels uit mijn tienertijd hadden een naam. Ben je een vrouw? Een man? Of transgender? (tegenwoordig moet je die vraag stellen of je discrimineert, het zijn gevoelige tijden dagboek, goed voor jou dat je een ontastbaar gegeven bent in de ‘cloud’).

Wat denk je van Kevin? …ik hou wel van Kevin Bacon.

Liefs, Jane