Kortverhaal

HALVERWEGE

 

‘Zoals de beyhive van Beyoncé, de monsters van Lady Gaga of de beliebers van Justin in hysterie uitbarsten bij het zien van hun grote idool, zo barsten wij in tranen uit bij het afscheid van het onze.’

Met een lange druk op de deleteknop laat ik elk woord van achteren naar voren verdwijnen tot het gevreesde witte blad.  Ze houdt niet van Béyonce. En het is een leugen. Sonja is niet ons idool, wij zijn helemaal niet kapot van verdriet, integendeel. Op onze gesloten Facebookgroep The Slaves of Sonja drukt iedereen zijn vreugde uit in kattenfilmpjes of memes over het nakende einde van een oude dictatuur.

Sonja is onze baas en morgen nemen we afscheid van haar. Ze gaat met vervroegd pensioen nu het nog kan. Twintig jaar lang heeft ze gezeteld op dezelfde bureaustoel. De afgesleten grijze plek op het zitvlak toont haar onwrikbaarheid, even stug als een Elnett haarspray kapsel.

‘Oud nieuws,’ herhaalde ze steeds vaker tijdens redactievergaderingen waarmee ze elk voorstel voor een artikel dat ze niet begreep afwees. Meestal betrof dit de toekomst.

‘Ze is oubollig.’ ‘Gedateerd.’ ‘Ze ruikt zelfs belegen.’ Stond er daarna in de Facebookgroep te lezen. Sonja is niet populair bij mijn jongere collega’s, en dat is zo wat iedereen.

Als gevolg van Sonja’s beleid steeg bij elk jaarverslag de leeftijd van ons lezerspubliek. De vergrijzing komt voor ons blad als geroepen. Gelijklopend groeide de verontwaardiging bij mijn collega’s die ijverde voor een nieuwe wind.

Er is mij gevraagd om een speech te houden tijdens de afscheidsdrink. Ik neem het roer over waarvan de aandeelhouders verwachten dat ik dezelfde koers blijf varen omwille van de oprukkende vergrijzing.

Vandaag leverde ze reeds mijn nieuwe bureaustoel, een ergonomisch model, tenslotte moet ik de arbeidsmarkt nog vijfentwintig jaar dienen.

Overmorgen begin ik aan een topjob waarmee ik kan uitpakken. Ik heb iets bereikt in mijn vakgebied. Het betekent ook dat hoger klimmen niet meer mogelijk is, vanaf nu kan ik enkel naar beneden donderen of een sluipweg nemen en anoniem verdwalen in de massa.

Morgen drinkt enkel Sonja op een afscheid, mijn collega’s toosten op de toekomst.

Ik weet nog niet waarop ik drink. Ik ben éénenveertig. Halverwege. Ik bengel tussen het verleden en de toekomst.

Ik weet wél wat ik zal drinken. Gin zonder tonic, mijn vloeibare lunch.

Volgens mijn dokter kom ik binnen tien jaar in een verschrikkelijk menopauze terecht als ik niets doe aan mijn eet -en drinkgewoontes. Volgens haar moet ik dringend koolhydraatarm, proteïnerijk en gezonde vetten gaan eten. 

Het is de schuld van de gezondheidshype, de overdosis kookboeken, de strong-is-the-new-skinny-shit hashtags die me veelvuldig drijven tot een portie old skool frieten. Voor de komst van de hashtags was ik perfect gezond, had ik zelfs een fitnessabonnement dat ik werkelijk gebruikte.

Overdetoxificatie is het nieuwe ideaal, tot elke puist nog avocadopus voortbrengt, zwarte puntjes op de neus zich omvormen tot Chiazaadjes, zweet naar zeewier ruikt, je alleen nog een arsenaal noten kunt kakken, vers cocoswater plast en de zin voor rock’n roll, humor, en alcohol uitgewrongen op de yogamat achterblijft. Het klassieke geloof heeft plaatsgemaakt voor “motivational coaches” met luchtdiploma’s die gebaseerd zijn op een goede dosis zelfvertrouwen en geld. Want het zijn de welgestelde, de overgewaardeerde bloggers die leven bij gratie van hun volgers die zich hier op toeleggen. Ik ken geen enkele overlever, werkloze, in armoede geboren jonge vrouw, die zich elke dag met plezier in een legging hijst omdat het gezond is, want organisch eten, bio, superfood en yoga kosten geld. Althans ze hebben mijn gezondheid om zeep geholpen. Het enige wat ik nog wil is drinken, me laten tatoeëren en een Mohawk knippen.

‘Go and get a life!’ roep ik vaak in gedachte als zo’n millenial op kantoor weer een voorstel heeft met avocado’s of met een wortel-gember-selder-appel-bessensap binnenstapt.

The Slaves of Sonja zullen snel een nieuwe groep oprichten als ik niet voldoe aan hun nieuwe idealen. Ze ijveren voor meer flexibiliteit, nieuwe uitdagingen, fun, fun, fun en een gezonde balans tussen werk en privé.

‘Misschien kunnen we de koffieruimte inkleden met vintagespullen?’

Opperde een Slave in de groep. Tien hartjes en drie duimpjes kreeg het voorstel, we zijn met vijftien Slaves. 

Een ander voorstel was het invoeren van Motivational Monday, gevolgd door Healthy Tuesday, Workout Wednesday, Thankful Thursday en Cocktail Friday. Alles in het Engels. Globalisering is key.

Deadline. Het enige Engelse woord dat Sonja dagelijks in de mond nam.

‘Sonja, vandaag is jouw laatste deadline aangebroken, jouw verhalen zijn geschreven. Het laatste punt is geredigeerd.’

Typ ik als nieuwe openingszin. Schrijven is schrappen. Ze is nog niet dood.

Met mijn laptop verhuis ik naar de andere plek in mijn huis waar de muze soms durft te verschijnen. Het toilet. Door het lozen van mijn afvalstoffen hoop ik ruimte te creëren voor nieuwe ideeën. Tijdens het plassen ontdek ik het lege wc-rolletje aan de houder.

Ik staar even wezenloos naar het rolletje als dat het erbij hangt. Ontrokken van al zijn waarde. De betekenis van zijn leven vernietigd, gedaan, over en uit. Dit rolletje heeft de brute pech om in een kinderloos gezin terechtgekomen te zijn waar er geen kans is op een tweede leven als geschilderde pennenhouder of een misleidende verrekijker.

Ik vermoed dat mijn man dit ene velletje achterliet als een vergiffenis voor zijn gulzigheid, niet door zijn grote boodschap, maar de vraatzucht binnen onze relatie. Met een diepe zucht smijt ik het rolletje in het vuilbakje dat een armbeweging verwijderd is en hang een nieuwe rol klaar. Ook dit zal nooit veranderen na tien jaar huwelijk.

Halverwege of een midlife crisis in het Engels.

Beyoncé zal ik nooit evenaren, daarvoor is het te laat, maar ik leef op hoop, want ook Sharon Stone werd opgerakeld na haar vijftigste om een veertigarige ploetermoeder te vertolken.

Soms voel ik me een millenial in het lijf van een veertiger. Het is me niet duidelijk tot welke generatie ik behoor. Google, mijn beste vriend bij alle problemen, geeft me verwarrende suggesties. Voor de ene website behoor ik nog tot generatie x of de verloren generatie, voor de andere ben ik een vroege millenial of generatie y en dan is er nog een socioloog die beweert dat ik deel uitmaak van de patatgeneratie, gekenmerkt door zijn passiviteit. Ik voel me eerder een verloren millenial met een x en y chromosoom in een impasse.

Ik probeer wat woorden neer te schrijven, maar ze staan ver af van een lovende afscheidsrede.

Mijn blik dwaalt af naar het lege wc-rolletje in het vuilbakje.

Plots schiet het me te binnen wat ik moet neerschrijven, het gaat helemaal niet om Sonja of de nieuwe dynamiek in de koffieruimte. De tweede helft van mijn leven heeft een update nodig, en niet met vintagespullen.

Op het gevreesde witte blad typ ik de brief die ik al langer had moeten schrijven. Mijn ontslagbrief. Ik druk op verzenden.

In het kleine wasbakje van ons toilet dat bedolven is met kranten en magazines liggen een handvol pennen die meestal dienen om de gedwongen tijd door te brengen met het oplossen van kruiswoordraadsels. Ik pak een pen en vervolgens haal ik het lege wc-rolletje uit het vuilbakje om het karton te ontvouwen tot schrijfpapier. Ik heb nog meer afscheidswoorden klaar.

Ik ben sigaretten kopen.

Schrijf ik neer.

Ik rook helemaal niet.

Daarna leg ik het aan zijn kant van de keukentafel. 

Dag 2

midlifecrisis

Lief dagboek (Kevin klinkt inspiratieloos)

Ik wil het nog over mijn verjaardag hebben (40 worden vraagt tijd). Och, het is maar een getal, zeg je, maar het is een hard lelijk getal dat al van mijlenver (in mijn geval sinds nieuwjaar) zijn aandacht vraagt, me uitlacht, roept en tiert dat het eraan komt, ondertussen haast ik me om mijn verwachte doelen te bereiken (boek moet klaar zijn, meer geld binnen dan buiten laten rollen,…).

Ik moet je niet vertellen dat het grandioos mislukt is, een diepe crisis overmeesterde me zo intens dat ik besloten had om mijn verjaardag uit te schakelen op Facebook. Het meest onthutsende is dat de mensen die je verjaardag herinneren zonder een FB-waarschuwing, op één hand te tellen zijn (mijn ouders en J. niet meegerekend).

De crisis (Is dit een midlifecrisis? Ik had niet de neiging om nieuwe borsten te kopen uit geldgebrek en veranderen van lief was niet nodig, mijn crisis was niet J. zijn fout) kreeg zijn hoogtepunt op de eerste dag van onze vakantie toen ik te horen kreeg dat mijn idee voor een nieuw verhaal werd afgewezen (het gaat over feministen, dat vonden ze geen relevant onderwerp, ik kom hier later op terug, wanneer het project concreter is). Bovendien las ik op FB anderen die het wel kregen. Die anderen lezen geen boeken, hebben nog nooit twee volzinnen achter elkaar geschreven en krijgen subsidies om dat nu wel te doen.

Vandaag zag ik een post verschijnen van een 20-jarige debutante. Waarom krijgen die twintigers overal vier sterren, worden ze uitgenodigd in banale tv-shows ongeacht of hun boek interessant is of niet? Wat heeft een twintiger te vertellen dat vier sterren waard is? En wat zijn die sterren nog waard? Recensent Mark Cloostermans verwoordde dit mooi in een artikel: “Als we *(debutante van in de 20)* vijf sterren geven wat is James Joyce dan waard?”

In interviews hoor ik ze (de 20’ers) praten over hun “volle rugzak” (van clichés gesproken) terwijl het groen nog achter hun oren druipt. Op zo’n momenten rol ik met mijn ogen als een puber. En dan denk ik, Jane, je bent feministe, gun die jonge vrouwen hun 15 minutes of fame, die van jou komen ook nog.

Maar we zijn de weg kwijt, dagboek. Alles moet entertainen zonder over iets te gaan, vragen mogen niet gesteld worden, wie kritisch is gunt het licht niet in de ander zijn ogen. Lief dagboek, als geen ander weet jij (of nog niet, we kennen elkaar pas) dat ik iedereen succes wens, zelfs die twintigers die het eigenlijk allemaal al lijken te bezitten. Waar dromen zij nog van? Gaan ze ook een crisis hebben binnen dertien jaar wanneer ze de vier achter de hoek zien verschijnen?

Sinds ik 40 ben, haat ik de 20’ers hun zelfverzekerheid, hun ondernemingszin, hun efficiëntie van tijd, alsof ze alles op orde hebben nog voor het moet beginnen. Waar ben ik al die aspecten verloren onderweg?  Waarschijnlijk overdrijf ik, ik had een lastige schrijfdag. Mijn personage was even kwijt wat ze daar stond te doen, wat ze nu eigenlijk met het hele voorafgaande ging aanvangen en ik vroeg me af of het wel ergens over ging die 70.000 woorden die ik al had geschreven. De twijfel sloeg toe.

J. vindt dat ik mezelf zo niet moet kwellen met het lezen van recensies en interviews van twintigjarige debutanten. Ik kan er niets aan doen aan die zelfkwelling, het stuwt me verder, want ik wil goed zijn.

Liefs, Jane